Deze pagina bevat voornamelijk Portretten gemaakt in diverse technieken. Het betreft daguerreotypie, ambrotypie, albumentypie en tintypie. van Bij de daguerreotypie, vernoemd naar meneer Daguerre uit Frankrijk, werd een verzilverd koperen plaatje gebruikt als beelddrager. Dat plaatje werd kort voor opname bestreken met een zilverzout bijvoorbeeld zilveriodide waarbij een zeer lichtgevoelig dun laagje zilverzout, AgI, neersloeg. Als die plaat vervolgens scherp werd belicht in de zogenaamde Camera Obscura ontwikkelden zich na enige minuten positieve beelden. Gefixeerd met warme kwikdampen, een toevalsvondst, ontstonden zelfs ongekend contrastrijke beelden. De beelden waren superieur aan alles daarvoor, maar eenmalig. De plaat is gevoelig voor beschadiging en verdamping en werd daarom achter glas gezet luchtdicht verzegeld en vaak weer verpakt in een bijzonder etui. Vaak zijn deze etuis van hout, bedekt met in leer geperste motieven en van binnen voorzien van fraai geschoren fluweel. Ook werd gebruikt gemaakt van doosjes caoutchouc, gutta percha en schellak, voorlopers van bakeliet en plastic. Na 1860 werd de daguerreotypie in Nederland volledig verdrongen door andere, minder ongezonde technieken zonder kwikdamp, zoals de ambrotypes op glas en de ferro- of tintypes. Daarnaast kwamen de reproduceerbare foto's op albumenpapier op de markt. . Vanwege de scherpe beelden en unieke waarde zijn daguerreotypes nog zeer gezocht. Daguerreotype, ferrotype, tintype.